Jaarfeesten

OP DEZE PAGINA:

Het vieren van de jaarfeesten is een centraal element in de school. Door het vieren van de jaarfeesten wordt het beleven van het jaarritme versterkt. De aandacht wordt gericht op ontwikkeling in de natuur.

Eigen elementen
Ieder jaarfeest heeft zijn eigen element. De vier grote jaarfeesten, die in de vier seizoenen plaats vinden, vormen de basis voor de gang door het jaar. Bij ieder jaarfeest hoort een eigen en passende uitwerking.

Door het vieren van de feesten wordt het sociale leven in de school en in de klassen versterkt. Ook ouders worden bij het vieren van de feesten betrokken, waardoor de school als sociaal geheel sterk beleefbaar is. Er is vooral aandacht voor het stijlvol vieren van de feesten. Zorg voor de inhoud van een feest en aandacht voor de verzorging laat de kinderen het element kwaliteit beleven.

Door het vieren van de feesten wordt het gevoelsleven van het kind versterkt. Deels door het meemaken van de feesten, deels door mee te werken in de voorbereiding van de feesten ervaren en leren de kinderen de waarde van de jaarfeesten.

<Terug naar boven>

MICHAËL (HERFSTFEEST)
29 september is de feestdag van Michaël. Hoewel het feest van Michaël in de vroege herfst wordt gevierd, behoort deze toch met die van Sint Maarten en Sint Nicolaas tot de drie feesten, die ertoe bijdragen kinderen op het kerstfeest voor te bereiden. Michaël is een van de aartsengelen en de overwinnaar van de draak. Het Michaëlsfeest is het zinnebeeld dat de mens met zijn bewustzijn wakker moet zijn om het kwaad in de wereld te doorzien en te bevechten. De krachten van de geest in iedere mens worden op dit feest aangesproken. Het oogsten staat mede centraal. Er worden vruchten mee naar school genomen.

De klassen worden versierd met producten van de herfst. Er worden werkstukjes gemaakt met natuurproducten. In de klassen worden verhalen verteld die betrekking hebben op het feest. Er wordt veel gezongen, er is op de school een uitgebreid repertoire aan herfst- en Michaëlsliederen. Het feest vieren we bij de Zwitserse brug. Er worden spelen gedaan die uitdagend voor de kinderen zijn, spelen en spelletjes waar moed voor nodig is. Bij terugkomst in de klas wordt er drakenbrood en bowl gegeten, rondom de tafel versierd met herfstproducten.

 

<Terug naar boven>

SINT MAARTEN
11 november Sint Maarten deelt zijn mantel met de arme bedelaar en brengt zo een beeld van de goedheid die zich in de mens kan ontwikkelen. Tijdens de lampionnentocht draagt het kind zijn kaarslichtje mee in de duistere avond. Ter voorbereiding van dit feest dat midden in de herfst valt maken de kinderen een eigen lampion waarmee in optocht gelopen wordt op de avond van de 11e november. De kinderen uit de 6e klas helpen mee in de organisatie van het feest en kunnen de jongste kinderen ook helpen bij het maken van de lampion.

De 4e en 5e klassers brengen hun zelfgemaakte lampion naar een zorginstelling en zingen St Maartensliederen. Ouders zijn bij dit feest en de feestelijke optocht betrokken. Na de optocht wordt er Pompoensoep gegeten met elkaar. In de klassen wordt het verhaal van St. Maarten verteld en er worden veel St. Maartensliederen gezongen.

<Terug naar boven>

SINTERKLAAS
Sinterklaas is een feest dat de gevoelens van dankbaarheid oproept voor alles wat de natuur en het leven schenkt. Omdat Sint Nicolaas in de tijd komt dat de eerste Adventskaars wordt aangestoken, en de verwachting van de komst van het kerstkind begint, kan hij ook gezien worden als wegbereider voor het Christuskind en beheerder van de hemelse kindervreugde. Dit feest wordt uiteraard, indien mogelijk, op 5 december gevierd. We willen dit feest net als de overige feesten stijlvol vieren. Tot nu toe hebben we het geluk gehad dat de Sint altijd een moment heeft weten te vinden om samen met zijn Pieten de school te bezoeken.

 

<Terug naar boven>

ADVENT, KERST(-SPELEN) EN DRIEKONINGEN
Advent is een tijd vol verwachting. In de donkere wintermaanden gaat de mens vanuit zijn diepste levensimpuls op zoek naar het licht dat geboren wordt op midwinternacht. De adventstijd begint op de 4de zondag voor Kerstmis. Het woord Advent komt uit het Latijn, van ‘adventus’, dat ‘komst’ betekent. Het is de komst van het licht op aarde, waaraan de advents-tijd vooraf gaat. Advent; tijd van hoopvolle verwachting, stilte na de stormen van de herfst.

De voorbereiding op het kerstfeest is de advent. Voorafgaande aan de eerste advent organiseert de school een zgn. adventsmarkt waarop adventskransen voor thuis en voor de school door de ouders gemaakt worden. De adventsstemming in de school wordt versterkt doordat iedere ochtend in de gang/zaal van de school muziek gespeeld wordt door leerlingen en/of ouders. Door de adventstijd heen worden er in de klassen voorbereidingen getroffen voor het komende kerstfeest. Er wordt een advent-knutselochtend gehouden waar verscheidene knutsels worden gemaakt.

In de klassen en tijdens de weekopeningen worden verhalen verteld die als thema kerst of advent hebben. In de kleuterklassen en de eerste klassen uit de onderbouw worden kerstspelletjes geoefend en opgevoerd. Leraren voeren het zgn. Kerstspel op. Dit Kerstspel wordt voor de hele schoolgemeenschap opgevoerd en is tevens openbaar. Op de laatste dag voor de kerstvakantie wordt het kerstfeest in de klassen gevierd. Na de kerstvakantie wordt het Driekoningenfeest gevierd. Het Driekoningenspel wordt voor de kinderen vanaf de vierde klas opgevoerd.

In de kleuterklassen “klinken” de feesten rond Kerst en Driekoningen uit tot rond 2 februari. Dan worden de lichtfeesten in de donkere tijd van het jaar afgesloten met het “Lichtjesfeest”.

<Terug naar boven>

CARNAVAL
De aarde ontwaakt weer want we zien de eerste sneeuwklokjes alweer met hun kopjes boven de grond. De donkere dagen zijn voorbij en we moeten afscheid nemen van het innerlijke licht dat met het kerstfeest in onze harten kon binnenstromen. Dit licht moet nu op eigen kracht een weg vinden in de buitenwereld en zal zich met Pasen ontkiemen, als een zaadje in de donkere aarde.

Om het licht te kunnen laten ontwaken, moeten we ons reinigen. Deze reiniging begint met Carnaval (afgeleid van  het Latijnse Carrus navalis, wat scheepswagen betekent). In februari breekt daarom de vastentijd aan. Door te vasten reinigen mensen hun lichaam van alle kwalijke en overtollige resten. Ook de natuur zelf reinigt zich in deze tijd. Dode takken vallen naar beneden en oude bladeren worden door de aarde opgenomen. Bijen vliegen voor het eerst uit en schudden het wintervuil van zich af. Het sprookje dat verbonden is aan deze tijd, is het sprookje van Vrouwe Holle. Het meisje dat beproevingen moet doorstaan en bij vrouwe Holle moet schoonmaken, wordt met goud overladen opnieuw geboren. Ook wij moeten in deze tijd een innerlijke schoonmaak houden zodat we wat werkelijk waarde heeft meer inhoud en verankering kunnen geven. 

Maar eerst vieren we het Carnavalsfeest! Met carnaval schudden we feestend letterlijk onze dode takken van ons af om ruimte te bieden voor nieuw lenteleven. Loslaten, daar gaat het om met Carnaval. Of we nu proberen ons eigen pantser te doorzien en te relativeren met humor en scherts of dat we proberen ons pantser van ons af te feesten, op beide manieren ondergaan we een aardse reiniging en ontwikkelen we nieuwe ruimte in onszelf en staan we weer open voor het (innerlijke) leven.

Met Carnaval mogen we gek doen en helemaal losgaan! Niets devoots, geen ernst of toewijding. Lang leve de lol! Al in de Bronstijd zetten mensen maskers op in deze tijd van het jaar. Ook de Grieken vierden in deze tijd de grote Dionysusfeesten met optochten, toneel, dans, wijn en zang.  Men verkleedde zich om zo doorgeefluik te kunnen zijn voor het bovenaardse. De goddelijke wereld moest via de mens de aarde uit haar winterslaap tot nieuw leven wekken.

 

 

 

 

 

 

 

PALMPASEN EN PASEN

Palmpasen is de tegenpool van het Sint-Maartenfeest. In de heldere ochtend dragen kinderen palmpasenstokken versierd met allerlei symbolen van opstanding en nieuw leven. De palmpaasstok staat voor de levensboom. Het symbool van de groei- en levenskrachten van de mens en de drager van de geest. De kruisvorm staat voor het Christus-symbool. De haan bovenop de stok is de verkondiger van de nieuwe dag. De vruchten (krenten/rozijnen) die we aan de stok hangen zijn de symbolen van de dragers van het nieuwe leven (het ‘zaad’).

Ter voorbereiding van het palmpaasfeest maken de kinderen palmpaasstokken. Op de vrijdag voor Palmzondag wordt een palmpaasoptocht gelopen. Bij het maken van de stokken helpen de kinderen uit de hoogste klassen in de lagere klassen. Bij de voorbereiding op deze feesten ligt het accent enerzijds op de lente en de terugkeer van het licht, anderzijds op de historische achtergrond van het Palmpaasfeest en het Paasfeest. Deze twee elementen zijn ook terug te vinden in de vele liederen die in deze tijd gezongen worden. Het christelijke element, treedt hier net als bij het kerstfeest sterk naar voren, evenwel niet in belijdende zin. In de klassen worden verhalen verteld rond het thema lente/Pasen.

‘Hoger ik’
Pasen is het feest van de opstanding van Christus na zijn kruisdood. Met kleine kinderen beleef je het ontluiken van de natuur, het nieuwe leven, dat gevoelens van hoop en verwachting opwekt. Met Pasen laten we de kinderen zoeken naar de vele beschilderde eieren die verstopt zijn door de paashaas. Eieren zijn het symbool voor het nieuwe leven dat ontstaat uit iets wat ogenschijnlijk dood is. Uit de harde schil komt een zacht levend donzen kuikentje. Een mens kan zich ontwikkelen en nieuwe niet vermoede krachten kunnen zich openbaren. 

De haas vertegenwoordigt ons hoger bewustzijn, ons “hoger ik”. De haas is vruchtbaar en heel onzelfzuchtig. Achtervolgd door jachthonden zal een uitgeputte haas vervangen worden: een andere haas neemt zijn plaats in. De haas heeft geen hol, maar een leger. Veel vogels maken gebruik van de hazenlegers om hier een nest van te maken en eieren uit te broeden. Hier wordt de verbinding van de haas die de eieren verstopt duidelijk. Zo vormt de haas en prachtig symbool voor ons “ik”. Een “ik” om ons aan te spiegelen. In deze periode kunnen wij groeien, weer een verbintenis krijgen met de geestelijke wereld en innerlijk wakker worden.

Het paasfeest wordt gevierd op de donderdag voor de Pasen. In de klassen wordt een maaltijd met elkaar gegeten van matzes en tuinkers, die de kinderen zelf gezaaid hebben in de klas.

<Terug naar boven>

PINKSTEREN

Meiboom en Pinksteren
Het Pinksterfeest werd ook al bij veel heidense volkeren gevierd, als een feest dat met de bloei en ontwikkeling van de natuur verbonden was. In de loop der eeuwen zijn de elementen uit de niet-christelijke en christelijke Pinksterfeest-vieringen samengevoegd. Pinksteren is een feest van licht, lucht en kleur geworden, van vogels en van bloemen. Pinksteren is een van de belangrijkste christelijke feesten van het jaar. We vieren het vijftig dagen na Pasen en tien dagen na Hemelvaart, en herdenken het als ‘uitstorting van De Ziel van Christus’.

Rond het Pinksterfeest worden als voorbereiding door de meeste klassen volksdansen geleerd rond de meiboom. Het feest van de verbinding tussen leven en materie. De pinksterbruid en -bruidegom worden getooid met bloemen en sieraden. Een feestelijke dans rond de meiboom op het schoolplein.

<Terug naar boven>

SINT JAN
De Zonnewende. De mens viert met natuurgaven het feest van de uitbundige, levenwekkende zon. Tegelijk kondigt het feest de komende overgang aan naar de herfst, naar bezinning.   Er is een oud gezegde dat luidt: ” Met Sint Jan draait het blad zich om.” Na deze dag treedt een langzame verandering op in de natuur. Ook in oude, heidense culturen werd omstreeks 24 juni een feest gevierd, het midzomerfeest. Dan braken in de natuur alle magische krachten los. Het is het natuurgebeuren dat ons oproept tot een uitbundig feest. Het meegaan met de natuur naar buiten, die ons helemaal mee naar de kosmos neemt. In de oude Keltische culturen probeerden de druïden tijdens het zomerzonnewendefeest iets van de wijsheid van de goden in zich op te nemen.

Zomerfeest
Op het hoogtepunt van de zomer wordt het St. Jansfeest gevierd. Ook dit zomerfeest is een feest voor de gehele schoolgemeenschap. Dit feest is een buitenfeest bij uitstek waarbij alle ouders van de school ook betrokken zijn. Al sinds enkele jaren wordt dit feest niet op school maar op een landgoed gevierd. Het feest begint met een gezamenlijke picknick. Voor de kinderen zijn er allerlei spelen. En er wordt muziek gemaakt en gezongen. Samen plezier maken staat bij dit feest voorop. Er worden veel St. Jans- en zomerliederen gezongen. Een van de hoogtepunten op dit feest is het zgn. vuurspringen dat van oudsher op dit feest gedaan wordt. In de klassen worden ter voorbereiding verhalen verteld rond het thema zomer/St. Jan.

<Terug naar boven>